Mens en onmens - de verschillen in karakter

[Dit hoofdstuk in het Engels]

 

lotusknop2.gif (1520 bytes)Echte mensen (manava's) zijn vol liefde. Hun hart is een bron van barmhartigheid. Hun spreken is waarheid. Vrede is het kenmerk van de menselijke geest. Zij is de aangeboren eigenschap van de geest. Het is niet nodig ergens heen te gaan om vrede te vinden. Zoals goud en zilver liggen verborgen in de aarde, en parels en koraal in de zee, zo liggen vrede en vreugde verborgen in de activiteiten van de geest. Wie ernaar verlangt deze verborgen schatten te vinden, moet in de diepte zoeken en zijn geestelijke inspanningen naar binnen richten, dan zal hij vervuld worden van liefde (prema). Alleen zij die zo vol van liefde zijn geworden, en die leven in het licht van die liefde, kunnen mensen worden genoemd. Wie geen liefde in zich heeft is een monster, een onmens (danava). De heilige hoedanigheid van de liefde manifesteert zich niet slechts zo nu en dan. Zij zal er altijd zijn, onveranderlijk. Zij is een en ondeelbaar. In mensen die verzadigd zijn van liefde vindt men geen wrok, geen zelfzucht, onrechtvaardigheid, kwaad en wangedrag. Maar in diegenen in wie geen liefde leeft, overheersen die kwaliteiten altijd alle andere. Zij zijn onmensen, die de liefde vertrappen en voorkeur geven aan minderwaardige eigenschappen, terwijl mensen minderwaardige eigenschappen zien als slangen die gedood moeten worden, en alleen liefde als de eigenschap die men moet koesteren. Slecht gedrag en slechte gewoonten misvormen de menselijkheid van de mens. Echte menselijkheid wordt gekenmerkt door een hart dat vol is van liefde. Echte liefde is liefde die geen bijgedachten kent, geen zelfzucht, geen onzuiverheid, en die altijd blijft schijnen.

Het verschil tussen mens en onmens, tussen manava en danava, is slechts het verschil tussen 'ma' en 'da'! Maar 'ma' klinkt zacht en lieflijk en als een symbool van onsterfelijkheid, terwijl de klank 'da' genadeloos, wetteloos en brandend is. Kunnen zij in wie geen lieflijkheid is en die er op uit zijn anderen die hunkeren naar onsterfelijkheid te onderdrukken mensen worden genoemd? Ondanks hun menselijk uiterlijk hebben zij de aard van een onmens. Niet de vorm is immers bepalend, maar het karakter. Hoe kunnen zij in wie geen vriendelijkheid is en geen goedheid, en die de geaardheid van een onmens hebben, mensen worden genoemd? Dat is onmogelijk. Maar de uitspraken in mijn verhandeling gaan niet uit van vormen; ze hebben betrekking op de kwaliteiten van mensen.
Er zijn onder de mensen onmensen in overvloed. Ze zien er hetzelfde uit, maar hun kwaliteiten maken het onderscheid tussen mensen en onmensen. Mensen wijden zich aan zachte, weldadige activiteiten die gekenmerkt worden door vriendelijkheid, goedheid, waarheid en liefde, en zij kunnen de mogelijkheid onder ogen zien dat zij hun onsterfelijkheid verwerkelijken en bewijzen. Hun goede aard glanst als goddelijke vreugde (ananda)  van hun gezichten. Maar het gezicht van de onmens, in wie niet die goedheid huist, zal slechts getekend worden door zijn vernietigend vuur, ook al is hij tomeloos blij; het zal niet de schoonheid van goddelijke vreugde tonen.

 

lotusknop2.gif (1520 bytes)

Inhoud
Woordenlijst