Studie
[Dit
hoofdstuk in het Engels]
Heilige
geschriften verdienen het te worden gelezen en
gehoord. Ook behoort men onophoudelijk Gods naam te
noemen en ernaar te luisteren. Sommige ziekten
vereisen een medicijn voor uitwendig gebruik, terwijl
voor andere ziekten het medicijn moet worden
ingenomen. Maar voor de universele ziekte die
'kringloop van geboorte en dood' (bhavaroga)
heet, worden het voortdurend zingen of noemen van Gods
naam (kirtana), het luisteren ernaar (sravana)
en ook andere medicijnen voor uit- en inwendig gebruik
voorgeschreven. Een leerling op het geestelijk pad kan
Gods genade winnen, en die van zijn meester en van
zijn mede-toegewijden. Maar die genade baat hem niets
als hij zich niet verzekert van nog een andere genade,
de genade van zijn eigen, diepste bewustzijn
(anthakharana). Zonder die genade heeft al het
andere geen waarde en gaat hij ten onder.
Het is niet
gemakkelijk Gods genade te winnen. Het ik-gevoel
(ahamkara) dat iemand doet zeggen "ik heb het
gedaan" moet met wortel en al uit het hart worden
getrokken. Iedereen, geleerd of ongeletterd, moet een
overweldigende drang voelen om God te kennen. God
heeft al zijn kinderen even lief, want licht te
brengen is de aard van het licht. Sommigen gebruiken
dat licht om goede boeken te lezen, en anderen om er
hun dagelijkse taak in te verrichten, welke dan ook.
Zo kan men ook Gods naam reciteren en daardoor dichter
bij Godverwerkelijking komen, of zich ondertussen
overgeven aan kwade praktijken. Het hangt er geheel
van af hoe je het licht gebruikt. Maar Gods naam is
onbesmet, voor altijd en eeuwig.
Inhoud
Woordenlijst
|