Een
mens ontwikkelt in zichzelf een overvloed aan
zelfzuchtige gewoonten en gedragingen en bezorgt zich
daarmee veel onvrede.
De aanzet tot dat alles schuilt in zijn
machtsbeleving, de zucht naar het versterken van zijn
gezag, naar overheersing, naar meer macht; de zucht
dus naar datgene wat niet eeuwig is of blijvende
vervulling geeft. Maar in feite is het voor een mens
onmogelijk ten volle bevredigd te worden in zijn
verlangen naar macht. Almacht komt alleen de Bron van
alles (Sarveswara) toe. Iemand kan er zeer mee
ingenomen zijn dat hij een meester is op elk gebied
van kunst, of alle rijkdom bezit, of over de kennis
van alle heilige geschriften beschikt en daarvan de
behoeder is. Maar van wie kreeg hij dat alles? Die
bron moet toch groter zijn. De mens kan zelfs beweren
dat het hem allemaal toekomt door zijn eigen
inspanningen, door zijn werken, zijn zwoegen. Maar dan
nog moet iemand het hem geven, hoe dan ook, dat kan
hij niet ontkennen. De bron waaruit alle gezag en alle
macht voortkomt is de Heer van allen
(Sarveswara). Wie die almacht ontkent en doet
alsof hij werkelijk beschikt over het kleine beetje
macht dat hij heeft verworven, geeft overduidelijk
blijk van egoïsme, eigendunk en zelfzucht
(ahamkara).
In iemand die
werkelijk over macht beschikt herkent men waarheid,
vriendelijkheid, liefde, geduld, verdraagzaamheid en
dankbaarheid. Waar deze eigenschappen wonen is voor
zelfzucht geen plaats. Streef er dus naar ze te
ontwikkelen.
De stralende pracht
van het goddelijk Zelf (Atma) wordt verduisterd
door zelfzucht. Wanneer dus die zelfzucht wordt
vernietigd, komt er een einde aan alle moeilijkheden,
verdwijnt alle ontevredenheid en beleeft men de
hoogste vreugde. Zoals de zon zich schuilhoudt achter
mist, zo blijft de eeuwige vreugde verborgen achter
zelfzucht. Zelfs een stukje textiel of karton kan
geopende ogen al belemmeren in hun vermogen om te
zien. Net zo weerhoudt het scherm van zelfzucht een
mens ervan God te zien, die in werkelijkheid
dichterbij is dan wat of wie dan ook. Menige
geestelijke leerling (sadhaka) en
wereldverzaker (sanyasi) heeft zich, door zich
te hechten aan het zelf, de deugden laten ontglippen
die in de loop van vele jaren van worsteling en
opoffering waren verworven. Want vermogens zonder de
vreugde van de verwerkelijking van God zijn als een
muur zonder fundament. Geleerdheid op zichzelf heeft
geen enkel nut. De heilige geschriften bevatten
voorschriften die in praktijk moeten worden gebracht.
Al die woorden, al die geleerdheid, wat een
verspilling! Om de leringen van de heilige geschriften
deel te laten uitmaken van het werkelijke leven, moet
men afstand doen van het idee 'ik weet', en de ogen
openen voor het werkelijke, en dat proberen te
doorgronden. Dan zal men erin slagen de hoogste vrede
te winnen.

Het
weerbericht kan een zekere hoeveelheid regen
aankondigen, maar ook al vouwt men het bericht tien
keer op en zet het onder druk, er zal geen druppel
regen uit tevoorschijn komen. Het doel van het bericht
is niet regen te brengen, maar slechts informatie over
regen; de woorden zelf bevatten geen regen. De regen
bevindt zich in de wolken die boven ons drijven. Net
zo geven de heilige geschriften alleen maar informatie
over leerstukken, waarheden, regels, voorschriften en
plichten. De hoge waarde van de heilige geschriften
ligt in hun uiteenzetting van de methoden voor het
winnen van vrede en bevrijding. Maar ze zijn niet
verzadigd van de sappen van pure vreugde, en men kan
die dus niet verzamelen door een tekst uit te persen.
Men moet zelf op onderzoek uitgaan naar de weg, de
richting en het doel die door de heilige geschriften
worden beschreven. Men moet de weg daadwerkelijk
betreden, de juiste richting gaan en het doel
bereiken. Wanneer het ik-bewustzijn echter trots wordt
en beweert: "Ik weet alles", komt het onvermijdelijk
ten val; die misleiding leidt tot de dood.
Het geheim van verlossing ligt in het besef van dit
gevaar. Wanneer dit gevaar niet wordt afgewend, is een
nieuwe geboorte onvermijdelijk.
Wanneer je dit alles
voor ogen houdt als je je overgeeft aan geestelijke
oefeningen, zal de wereld met haar zorgen je niet
beroeren. Alleen wanneer je je ver van deze waarheid
ophoudt, zul je lijden, pijn voelen en ontberingen
ondergaan. Een eind van de markt vandaan horen we
alleen een onbestemd rumoer. Maar als we dichterbij
komen en de markt betreden, onderscheiden we het loven
en bieden dat overal plaatsvindt. Zo is het ook
wanneer je de werkelijkheid van het Universele
Bewustzijn (Paramatma) nog niet kent - het
rumoer van de wereld overweldigt je en slaat je met
stomheid. Maar wanneer je eenmaal diep bent
doorgedrongen in het gebied van geestelijk onderzoek,
wordt alles je duidelijk en ontwaakt de kennis van de
werkelijkheid in je. Tot dan toe zal er niet meer zijn
dan het onbestemde zinledige lawaai van argumenten,
woordentwist en vertoon van kennis.