VAHINI'S
INHOUD
BABABOOKS



 

 
 


12. Jullie vreugde is Mijn voedsel

HET LEVEN VAN SATHYA SAI BABA

 

 

In de volgende tientallen jaren zou Sai Baba nog honderden reizen maken. Hij zou toespraken houden, tempels inwijden en scholen en fabrieken openen. Om een indruk te geven volgt hier en in volgende hoofdstukken het verslag van enkele van deze reizen.
Begin 1961 bracht Baba een bezoek van enkele dagen aan Noord-India op verzoek van dr. B. Ramakrishna Rao, de gouverneur van de deelstaat Uttar Pradesh. Naast een twintigtal devotees gingen ook zijn ouders mee. Deze reis gaf hun de gelegenheid te baden in de heilige rivier de Ganges en Ayodhya, de stad waar Rama in een ver verleden koning was geweest, te bezoeken.
Kort daarop, in juni, bracht hij wederom een bezoek aan Uttar Pradesh en ook deze keer gingen zijn ouders mee. Op de zevende van die maand stuurde hij het gezelschap van meer dan honderd mensen per trein van Madras naar New Delhi; zelf ging hij de dag daarop per vliegtuig naar de hoofdstad. Vandaar gingen zij gezamenlijk per bus naar Haridwar. Daar voegde de gouverneur zich met zijn gezelschap van ongeveer vijftig personen bij hen. Met speciale bussen en enkele auto's ging het vervolgens verder naar Srinagar, de stad waar Baba enkele jaren eerder ook was geweest. Onderweg werd er een flink aantal devotees ziek door het slingeren en bonken van de bussen. De meeste wegen in dit gebied waren smal en vol kuilen en slingerden zich tussen de bergen door. Baba's vader, die al 77 was, was er het ergste aan toe. De hele weg bleef hij overgeven en bij aankomst in Srinagar bleek hij hoge koorts te hebben. Duizenden bewoners van Srinagar, die reeds hadden gehoord dat Sai Baba onderweg was naar hun stad, wachtten hem bij aankomst op en hij gaf hun allen darshan. 's Avonds organiseerden zij voor de bezoekers een heel programma met Tibetaanse dansen waarin zij de eenvoudige vrolijkheid uitbeeldden van de geharde bergbewoners. De volgende morgen kreeg het gezelschap van de dokters te horen dat het zeer slecht ging met Venkapa. Easwaramma reageerde moedig: 'Heeft Swami ons niet in Haridwar gezegd dat wij naar het beeld van Narayana gingen in het gezelschap van de echte Narayana zelf? Zodra hij komt, zal vader wakker worden en opstaan!'
Toen Baba uit bad kwam en het nieuws hoorde, ging hij naar de zieke toe, legde zijn vinger op diens pols om de polsslag te controleren en zei: 'Hij is in orde. Jullie maken je voor niets bezorgd. Stap maar vast in de bussen.' Even later kwam hij samen met zijn vader ook de bus in en deze laatste ging weer naast Kasturi zitten, naast wie hij de hele reis al gezeten had.
Vanaf Joshimath werd de reis een stuk moeilijker. De bussen konden niet verder en dus moesten zij verder te voet, te paard, in sleden getrokken door vier mannen, in een draagstoel of in een korf op de rug van een plaatselijke zwaargewicht. Iedereen droeg dikke wollen truien en dassen en een zonnebril met donkere glazen om de ogen te beschermen tegen de schittering van het zonlicht op de sneeuw. Zo liep er een lange stoet over een smal spoor met aan de ene kant een ravijn en aan de andere kant een steile berg. Overal stonden borden langs de weg die waarschuwden voor vallende stenen. Sai Baba en de gouverneur liepen voorop en zij werden gevolgd door zo'n zeventig mannen en vrouwen te voet die weer werden gevolgd door een aantal paarden en muilezels, sleden, draagstoelen en korven. Het was nog bijna dertig kilometer naar Badrinath.
Easwaramma had gekozen voor een draagkorf nadat zij een stoet van mannen met een dergelijke korf op hun rug langs had zien gaan. Het zag er heel comfortabel uit. Zij had zich echter niet gerealiseerd dat een dergelijke vorm van vervoer voor de sherpa wel heel erg zwaar was. Toen zij dat ontdekte, besloot zij onmiddellijk over te stappen op een andere vorm van transport. Zij begon luid te klagen in het Telugu en de sherpa stopte verbluft. Toen hij hoorde wat er aan de hand was, vreesde hij weggestuurd te worden zonder betaling, maar Easwaramma stond erop dat hij zijn hele loon zou krijgen. De man grinnikte opgelucht en vroeg toen nog om een fooi! En Easwaramma maakte de knoop in haar sari los en gaf hem nog een roepie. Vervolgens werd er een draagstoel voor haar gehaald waarin zij ook tamelijk comfortabel zou kunnen reizen. De draagstoel hing aan touwen die waren vastgemaakt aan stokken en die werden door twee mannen op hun schouders gedragen.
Die avond bereikten zij Lam Bagar waar zij overnachtten. De volgende dag, de vijftiende juni, legden zij de laatste elf kilometer af naar Badrinath. Op aandringen van de devotees reed Sai Baba een stukje op een paard, maar al snel ging hij weer lopen. Hij hield alle leden van de groep goed in de gaten en soms adviseerde hij iemand om verder te reizen in een slede of een draagstoel. Ook gaf hij soms iemand wat te drinken of materialiseerde hij vibhuti voor iemand. Dat deed hij overigens niet alleen voor de leden van het eigen gezelschap, maar voor iedereen die hij tegenkwam en die dat nodig had. Zij waren namelijk niet de enigen die deze weg aflegden. Honderden andere gelovigen volgden deze weg ook. In de loop der tijden zijn miljoenen pelgrims langs deze weg naar Badri gegaan om te bidden tot Narayana.
Tenslotte bereikten zij Badrinath, hoog in de besneeuwde bergen.
Het was er ijskoud, de wind gierde, maar het landschap was adembenemend mooi (
8).
Die dag en de volgende dag rustten de devotees uit van de reis en bezochten zij op eigen gelegenheid de Narayana-tempel om daar puja (eredienst) te doen. Sai Baba gaf die dagen interviews aan allerlei functionarissen en aan de beheerders van de tempel.
De zeventiende was een bijzondere dag. Die dag had Baba uitgekozen om de tempel opnieuw op te laden met spirituele kracht. Een pelgrimsoord of een tempel wordt geladen met de devotie van degenen die er komen en met de oprechtheid van hun gebeden ter plaatse. Op deze manier kan een tempel in de loop der eeuwen met heel veel kracht worden geladen. Maar het gebeurt ook veelvuldig dat een tempel steeds meer verwaarloosd wordt, zowel op materieel als op spiritueel gebied. Wanneer Baba een dergelijke tempel bezoekt, maakt hij soms van de gelegenheid gebruik om de spirituele kracht en werkzaamheid ervan weer te vergroten. En dat ging hij op deze dag doen. Die ochtend kwamen de leden van de groep bijeen voor de gebruikelijke ceremonie in de tempel. Baba had de aanwezigen enkele dagen eerder reeds iets verteld over de kleinere heiligdommen in en rond Badri en hij had hun ook verteld dat Sankaracharya 1200 jaar geleden van de berg Kailas vijf lingams had meegebracht die hij had geplaatst in Badri, Puri, Sringeri, Dvaraka en Chidambaram. Gezeten tegenover het beeld van Narayana materialiseerde Baba nu een prachtig beeld van deze vorm van God met vier armen met in de handen de schelp, het wiel, de knots en de lotus. Daarna materialiseerde hij een gouden lotus en liet hij de lingam (ellipsvormige steen die een symbool is voor de schepping) tevoorschijn komen uit de bergplaats onder het stenen beeld van Narayana. Hij plaatste de lingam in de lotus en vervolgens zette hij de lotus en het door hem gematerialiseerde beeld op een zilveren schaal. Daarmee liep hij langs de aanwezigen zodat iedereen de lingam goed kon zien. Deze was doorschijnend en binnenin was een oog zichtbaar.
'Deze lingam werd door Shiva op de berg Kailas aan Sankaracharya geschonken en die verborg hem hier voor hij het beeld van Narayana er neerzette,' vertelde Baba de aanwezigen. Zijn moeder vroeg: 'Waarom heb je hem nu tevoorschijn gehaald?'
'Om hem op te laden met de kracht om te zegenen, gebeden te verhoren, gunsten te verlenen!' antwoordde hij.
Hij materialiseerde met een draaiende handbeweging een zilveren beker en terwijl zijn moeder hem belangstellend aankeek, vervolgde hij, terwijl hij de lingam en de beker omhoog hield: 'Dit is de lingam die ik tevoorschijn heb gehaald uit het voetstuk van het beeld. En deze door mij gematerialiseerde zilveren beker is gevuld met heilig water rechtstreeks uit de bron van de rivier de Ganges, waarin hij zojuist is ondergedompeld.' Terwijl de devotees bhajans zongen, sprak Baba: 'Nu zullen wij deze lingam opnieuw wijden,' en hij goot het water over de lingam.
Vervolgens zette hij de beker neer en maakte een draaiende beweging met zijn hand. Terwijl er gouden voorwerpen vanuit zijn hand op een zilveren schaal stroomden, zei hij: 'Dit zijn gouden bladeren van de bilva-boom, benodigd voor de lingam-puja (eredienst voor de lingam).'
Tijdens deze woorden hadden enkele schriftgeleerden die deel uitmaakten van het gezelschap, vedische liederen gereciteerd. Een van hen stond nu op en vroeg aan Baba: 'Thumma-bloemen, Swami?'
'Natuurlijk! Die groeien toch niet in de valleien en op de hellingen van het Himalaya-gebergte? Wel, hier is een handvol van deze bloemen.'
Hij cirkelde met zijn hand en toonde een bos witte, met dauw besprenkelde thumma-bloemen, die hij op de 108 gouden bladeren legde die rond de lingam lagen. Hij liet de puja doen door Ramakrishna Rao, de gouverneur, terwijl de devotees mantra's reciteerden.
Toen zei hij: 'Het is gebeurd. De lingam is geladen met de energie van Shiva. Hij gaat nu terug naar waar hij vandaan is gekomen.'
Na die woorden verdween de netra-lingam (lingam met het oog). Op de middag van deze dag bracht Sai Baba een bezoek aan het ziekenhuis van Badrinath alwaar hij het nieuwe röntgenapparaat inwijdde. 's Avonds hield hij een toespraak voor drieduizend pelgrims en inwoners, gevolgd door een maaltijd voor alle bedelaars die zich rond de tempel ophielden. Daarna overhandigde Baba zelf aan hen allen een deken of een geldbedrag om een deken te kopen. De voorraad dekens in de winkels raakte namelijk al snel op. De volgende ochtend vertrok het gezelschap richting Puttaparthi. Omdat zij onderweg nog enkele steden en dorpen bezochten, arriveerden zij pas op 4 juli in Prasanthi Nilayam.

Kasturi (9) heeft vanaf 1954 tot zijn dood vrijwel zonder onderbreking in de ashram gewoond, maar reeds in 1948 heeft Sai Baba het huwelijk van zijn enige dochter ingezegend. Dat was nog in de Oude Mandir. Kort daarna vroeg Baba hem om na zijn pensionering naar de ashram te komen om zijn biografie te schrijven. Nu zullen sommigen zich wellicht afvragen waarom er een boek over Baba's leven zou moeten verschijnen. Baba zegt immers zelf dat hij helemaal geen behoefte heeft aan publiciteit. Veel devotees vroegen hem echter in hun gebed om een dergelijk boek en daarom heeft hij Kasturi toegestaan het te schrijven. De vreugde van de devotees schenkt de Heer vreugde. Uiteindelijk heeft hij vier delen van deze biografie geschreven onder de titel Sathyam Sivam Sundaram. Dit betekent 'Waarheid Goedheid Schoonheid' en als zodanig is Sai Baba in iedereen aanwezig. Het atma, de ziel, is waarheid, goedheid, tevredenheid, vreugde, schoonheid en harmonie, en door deze boeken zullen de mensen Baba - en dus zichzelf - beter leren kennen.
Het eerste deel is verschenen in 1961, maar de oorspronkelijke versie was al in 1958 gereed. Toen hij aan Baba vroeg: 'Swami, heb ik uw toestemming om het uit te geven?' zei deze: 'Wanneer je nu een boek over mij uitgeeft, zullen de mensen het niet geloven. Zij zullen het beschouwen als een sprookje. Wacht tot de wereld gereed is om het te ontvangen.'
Kasturi heeft het manuscript toen opgeborgen en er nooit meer over gesproken. Toen Baba hem later zei dat hij het kon publiceren, wist hij aanvankelijk niet meer waar hij het had gelaten.
Hij is vele tientallen jaren Baba's instrument geweest, niet alleen als de schrijver van diens biografie, maar ook heeft hij lange tijd de lezingen, die Baba meestal in het Telugu hield, simultaan in het Engels vertaald en heeft hij deze lezingen in de serie Sathya Sai Speaks gebundeld.

Sai Baba zegt dat hij er geen enkele behoefte aan heeft om zijn verjaardag te vieren en hij zegt ook tegen zijn devotees dat zij niet de dag moeten vieren waarop zij gebonden werden aan de aarde, maar de dag waarop zij God in hun hart ontdekten. Niettemin vindt Baba het goed dat zijn verjaardag ieder jaar in de ashram gevierd wordt omdat de devotees dat zozeer op prijs stellen. Zijn verjaardag geeft hun de kans te tonen hoeveel zij van hem houden en daarom staat hij de viering toe. En voor het gemak van de devotees wordt dat altijd op 23 november gedaan, want de meeste buitenlandse devotees snappen niets van de in India gebruikte hindoe-kalender, die is gebaseerd op de maanstanden.
De dag begint tegenwoordig met het hijsen van de tempelvlag, gevolgd door diverse muziekprogramma's, het zingen van bhajans, een toespraak van Baba en het uitdelen van prasad (gezegend voedsel). Soms maakt Baba van de gelegenheid gebruik om het huwelijk in te zegenen van tientallen of zelfs honderden paren uit de omliggende dorpen. Het gaat daarbij om mensen die geen geld hebben voar de gebruikelijke feestelijkheden. Baba verbindt hen kosteloos in het huwelijk, biedt hun een huwelijksfeest aan en schenkt hun sari's en dhoti's en soms ook nog andere zaken. 's Avonds is er weer muziek, wordt er meestal een toneelstuk opgevoerd en zit Baba vaak op de jhula (schommel). Na de dood van zijn ouders heeft Sai Baba er een gewoonte van gemaakt om op deze dag 's morgens hun graf te bezoeken als blijk van dank voar alles wat zij voor hem hebben gedaan.
Toen in 1962 de dag van zijn verjaardag naderde, vroeg een aantal vaste bewoners van Prasanthi Nilayam aan Baba of zij voorbereidingen moesten treffen voor de viering ervan. Zij meenden dat hij deze keer geen feestelijkheden zou willen aangezien India ernstig werd bedreigd door de Chinezen.
Sinds 1959 was er namelijk een grensconflict tussen India en China over India's noordgrens, die niet door China werd erkend. Er waren jarenlang grensconflicten en op 21 oktober 1962 drongen Chinese troepen door de valleien van het Himalayagebergte de vlakten van India binnen. De opmars leek niet te stuiten en grote stukken land werden bezet. De bevolking vreesde het ergste.
Op de vraag van de devotees antwoordde Baba dat zij niet bevreesd behoefden te zijn aangezien op de dag van zijn verjaardag het Chinese gevaar zou zijn geweken. De dagen die volgden, leken zijn uitspraak te logenstraffen, want de Chinese troepen drongen steeds verder het land binnen.
Bij het hijsen van de vlag van de ashram op 23 november sprak Baba over de Chinese invasie. Hij deelde de verzamelde menigte mee dat het feest ter gelegenheid van zijn verjaardag niet zou worden bedorven door slecht nieuws. Nee, er zou juist positief nieuws zijn. Door deze mededeling werd zijn verjaardag gevierd in een sfeer van vreugde.
In de loop van de dag werd bekend dat op de 22ste november vanaf middernacht alle Chinese troepen om onbekende redenen waren teruggetrokken van de vooruitgeschoven posten. In de toespraken die Baba op zijn verjaardag en de dag daarop hield, vertelde hij dat de Chinese troepen tot terugtrekken waren aangezet door de geheimzinnige werking van een hogere macht.
De mens wordt aangezet tot oorlog, zo zei hij, door hebzucht en verlangen, maar hij is gedwongen op zijn schreden terug te keren wanneer God dat wil.
Ofschoon er vele soldaten waren gestorven of gewond in de strijd voor hun land, hadden de Chinezen India geen werkelijke schade kunnen toebrengen, zo zei hij, aangezien de wapens van India deugd, waarheid, rechtvaardigheid, liefde en verdraagzaamheid waren. En dat waren de echte wapens in de strijd! Enkele jaren later vermeldden de geschiedenisboeken dat China op 22 november op verrassende wijze het vuren liet staken. Als mogelijke oorzaak werd vermeld dat China was teruggeschrokken voor het feit dat Amerika zijn Zevende Vloot vanuit de Grote Oceaan liet opstomen richting India om dat land te helpen. Weinigen zullen zich hebben gerealiseerd dat de werkelijke oorzaak Gods wil was.
Veel lezers zullen zich afvragen hoe Sai Baba nu eigenlijk over geweld in het algemeen en over oorlog in het bijzonder denkt.
Wanneer men de eenheid met de gehele schepping ervaart, God ziet in alles, zal men niets of niemand schade willen berokkenen. Er zal dan slechts liefde voor allen zijn. Wanneer er echter onrecht jegens anderen plaatsvindt, zal men moeten ingrijpen. Maar er mag niet te snel geweld worden gebruikt. Men moet altijd eerst zijn geweten raadplegen. Wordt men bijvoorbeeld aangevallen, dan moet men eerst proberen te vluchten. Lukt dat echt niet, dan mag er geweld gebruikt worden. In de huidige onvolmaakte wereld is ook een leger noodzakelijk. Men heeft de plicht zijn land te verdedigen tegen een aanval. Wanneer men in een oorlog moet doden, moet men dat doen uit plicht ten opzichte van zijn vaderland. 'Je denkwijze of gemoedsgesteldheid moet niet angst zijn voor je eigen onbelangrijke leven. De juiste instelling van een soldaat moet alleen vaderlandsliefde betreffen en zijn handelingen moeten alle in het belang van het land zijn en uit naam van het land worden verricht. '

Zaterdag 6 juli 1963: Gurupurnima. Afhankelijk van de maanstand wordt dit feest gevierd in juli of augustus. Het is de dag waarop de spirituele leraar vereerd wordt en ook dit jaar kwamen velen naar de ashram om Sai Baba te vereren. Deze keer verliep het feest iets anders dan verwacht.
Een week vóór deze feestdag, op 29 juni 's morgens om half zeven, viel Baba plotseling flauw. Hij was op dat moment samen met Raja Reddy en Kasturi in zijn slaapkamer en zij schrokken aanvankelijk hevig. Zij legden Baba op bed en constateerden dat zijn linkerarm en -been stijf waren en dat zijn linkerhand tot een vuist was gebald. Zij veronderstelden dat hij een verlamming op zich genomen had om een devotee te beschermen. Hij had immers al vaker ziekten van devotees op zich genomen. En dus verwachtten zij dat hij zichzelf weer snel zou genezen zoals dat reeds vaker was gebeurd. Daarom bleven zij bij Baba zitten zonder anderen te alarmeren. Zij masseerden de stijve ledematen en wachtten. Kasturi vroeg zich ondertussen wel in stilte af of deze toestand misschien toch iets langer dan enkele uren zou gaan duren aangezien Baba hem de vorige dag gevraagd had aan te kondigen dat hij een week lang geen interviews zou geven. Om acht uur begon het zingen van bhajans op de begane grond van de tempel. Baba verscheen niet tijdens het zingen hetgeen enige verwondering wekte bij de aanwezigen. Hij had die ochtend immers wel gewoon darshan gegeven. Op een gegeven moment liet Kasturi aan de devotees weten dat het zingen moest worden beëindigd en dat de arati (lichtceremonie) kon worden gedaan. Die ochtend verlieten de meeste devotees de tempel druk fluisterend. Allerlei geruchten deden reeds de ronde. Toen Baba om elf uur nog steeds niet in de eetkamer was verschenen, groeide de bezorgdheid. Sommigen konden hun tranen nauwelijks inhouden.
Ook Easwaramma maakte zich inmiddels behoorlijk ongerust en zij kwam rechtstreeks naar Baba's kamer - via de trap die eigenlijk alleen voor de mannelijke devotees bestemd was. Zij bonsde op de deur en Kasturi, wetend dat zij het toch niet zou opgeven, liet haar binnen. Baba's toestand leek inmiddels verslechterd te zijn, maar Kasturi en Raja Reddy verzekerden Easwaramma dat Baba deze ziekte op zich had genomen en dat hij zichzelf beslist spoedig weer zou genezen. Om haar gerust te stellen lieten zij nu toch de ashramdokters roepen.
Ondertussen was een neef van Baba met de auto naar Bangalore gereden. Toen hij na middernacht terugkwam, was hij in het gezelschap van de adjunct-directeur van Medical Services van de deelstaat Karnataka. Bij onderzoek de volgende ochtend bleek Baba's linkeroog aangedaan te zijn en zijn tanden zaten stijf op elkaar geklemd. De aanwezigen meenden dat hij zich niet bewust was van wat er allemaal om hem heen gebeurde en volgens de dokter was hij in coma. Hij voelde Baba's pols, deed iets met zijn stethoscoop en probeerde toen een infuus aan te leggen. Dat wilde Baba beslist niet en daarom veegde hij met zijn goede arm de hele zaak opzij. Kort daarop verliet de arts de ashram. De neef bracht hem terug naar Bangalore en onderweg zei de dokter tegen hem: 'Ik verwacht hem niet meer te zien. Hij heeft een aanval van tuberculeuze hersenvliesontsteking en die is dodelijk. Wat kan een dokter doen wanneer hem wordt verhinderd een ruggenprik te geven en wanneer zelfs bezwaar wordt gemaakt tegen een gewoon infuus?' Ondertussen verslechterde Baba's toestand verder. Hij had nu flinke koorts en hij rolde rusteloos heen en weer in bed en kreunde van de pijn. Zijn gezicht was verwrongen en de spieren stonden strak gespannen. Zijn tong hing uit zijn mond en hij mompelde steeds weer dezelfde, onverstaanbare woorden. Volgens de aanwezige dokters was hij nu blind aan zijn linkeroog. Niettemin liet hij niet toe dat men hem medicijnen toediende.
Op maandagavond maakte hij Kasturi met gebaren en tekens duidelijk dat hij een aantal mensen wilde spreken. Kasturi liet de bedoelde personen, medewerkers van de scholen, de kantine en dergelijke, halen en Baba probeerde hun duidelijk te maken dat zij gewoon door moesten gaan met hun werk en dat zij de overige devotees niet moesten verontrusten met hun verhalen. Kasturi herhaalde langzaam en duidelijk wat Baba zei of wat hij dacht dat deze zei. Als het klopte, knikte Baba; klopte het niet, dan schudde hij zijn hoofd en dan probeerde Kasturi een andere versie van het verhaal, net zo lang tot Baba tevreden leek te zijn. Baba bevestigde ook de vraag van Kasturi dat het bij deze ziekte ging om het overnemen van de ziekte van een devotee. Op zijn vraag wie de betreffende persoon was, maakte Baba hem duidelijk dat hij dat niet wilde zeggen. Waarom niet? 'Omdat je hem dan een aframmeling zou gaan geven!' zei Baba, meer met gebaren dan met woorden.
Ondertussen spraken de dorpelingen onder elkaar over zwarte magie en bezetenheid. Zelfs de oude, wijze mannen meenden dat Sai Baba zijn gaven kwijt was en nu verder door het leven zou moeten gaan als invalide. Zij dwongen zijn familieleden min of meer om te rade te gaan bij allerlei kwakzalvers en om priesters rituelen te laten uitvoeren onder het motto: baat het niet, het schaadt ook niet. Easwaramma, die niet meer de kracht had om zich hiertegen te verzetten, was in tranen. Zij was dan ook enorm opgelucht toen Kasturi haar vertelde dat Baba bevestigd had dat het ging om de ziekte van een devotee. En hij vertelde ook dat Baba gezegd had dat het dieptepunt van deze ziekte na vijf dagen, dat wil zeggen op donderdag, achter de rug zou zijn en dat hij dan geen pijn meer zou hebben. Op woensdag kreeg hij plotseling een inzinking. Iedereen was weer in tranen. Zijn ademhaling ging steeds moeilijker en zijn handen en voeten werden koud. Na vier uren knapte hij weer iets op en hij wenkte de aanwezigen. Moeizaam pratend en zijn woorden aanvullend met gebaren van zijn rechterhand vertelde hij: 'De geest is als een duizendbladige lotus en ieder blad richt de geest naar buiten, op een bepaald facet van de uiterlijke wereld. Precies in het hart van de lotus bevindt zich de vlam van het ik-principe. De vlam is voortdurend in beweging en richt zich het ene moment op het ene blad en het volgende moment op een ander, maar wanneer je de vlam door het oefenen van je wil rustig en recht omhoog kunt laten branden, zal het ik niet beïnvloed worden door wat er met het lichaam gebeurt. Gedurende deze vier uren hield ik de vlam recht omhoog. Ik was weg, afgescheiden. Ik sloeg het lichaam gade van bovenaf terwijl mijn Zelf kalm en onaangedaan was.'
Op donderdagmorgen kondigde Baba aan: 'Ik heb geen pijn!' En hij fluisterde tegen Kasturi: 'Ga naar de devotees die verzameld zijn in de gebedsruimte en zeg hun dat ik mijn taak van barmhartigheid heb volbracht. Zaterdag, Gurupurnima, zal ik voldoen aan hun sterke verlangen en darshan geven.'
Toen Kasturi later weer bovenkwam en hem vertelde wat hij de devotees verteld had, vroeg Baba hem: 'Wil je nu nogmaals naar beneden gaan en de aanwezigen precies uitleggen wat er met mij aan de hand is. Zonder deze uitleg vooraf zal het zaterdag voor velen een te grote schok zijn om mij te zien in mijn huidige toestand.'
Toen zijn moeder hoorde dat hij zaterdag darshan zou geven, kwam zij direct naar de ashram om te informeren hoe dat zou moeten. Een van de aanwezigen, Ramanatha Reddy, kwam met een heel plan. Baba zou darshan moeten geven vanaf het balkon op de eerste verdieping. Dat betekende dat hij slechts ongeveer twaalf stappen zou hoeven te doen vanaf de deur van zijn kamer. Direct daarna zouden zij hem mee moeten nemen naar de ontoegankelijke Horsley Hills, ver weg van de groeiende menigte paniekerige devotees. Daar zouden zij hem moeten laten onderzoeken door specialisten uit Vellore, die vervolgens een behandeling zouden kunnen voorschrijven. Iedereen vond dit een goed plan en het werd aan Sai Baba voorgelegd.
'Hoe zwak ik ook ben, ik moet hun darshan geven vanuit de zilveren stoel die in de gebedshal staat terwijl zij bhajans zingen,' antwoordde deze.
Aan dit besluit viel verder niet te tornen en iedereen wachtte gespannen af.
Het werd zaterdag 6 juli. Baba zou omstreeks half zeven 's avonds darshan geven en een toespraak houden en reeds uren tevoren stroomde de gebedshal vol mensen. Ook het terrein vóór de tempel stroomde vol. Er waren bijna vijfduizend devotees. Toen de tijd gekomen was, droegen Kittappa en Raja Reddy Sai Baba via de wenteltrap naar beneden. Kasturi hield zijn linkervoet vast om te voorkomen dat zijn been tegen de muur zou slaan. Om te voorkomen dat zijn mond open zou hangen, hadden zij een zakdoek om zijn hoofd gedaan en die onder zijn kin vastgeknoopt. Zij zetten hem in een stoel in de kamer naast de gebedsruimte en openden toen de deur. Vervolgens werd hij door twee personen rechtop gezet en gehouden en zo strompelden zij naar de gebedshal. Baba's linkervoet moest over de drempel getild worden. Zij lieten hem in de zilveren stoel zakken en legden zijn verlamde arm en been in een goede stand.
De devotees reageerden geschokt. Sommigen kreunden, anderen huilden hardop en weer anderen konden het niet aanzien en renden de hal uit naar buiten. Pedda Venkapa barstte in tranen uit en Easwaramma viel flauw. Baba wenkte Kasturi. Deze boog zich over hem heen om hem te kunnen verstaan. Nadat hij begrepen had wat Baba wilde zeggen, pakte hij de microfoon en zei in het Engels: 'Dit is niet Swami's ziekte. Dit is een ziekte die Swami op zich heeft genomen om iemand te redden. Swami heeft geen ziekte en zal ook nooit ziek worden. Jullie moeten allemaal blij zijn; dat alleen zal Swami blij maken. Als jullie treuren, zal Swami niet blij zijn. Jullie vreugde is Swami's voedsel.' Toen wenkte Baba Kasturi om zijn toespraak te houden en nadat deze afgelopen was, gebaarde Baba dat men de microfoon voor zijn mond moest houden. Herhaalde malen vroeg hij door de microfoon: 'Kunnen jullie mij verstaan?' maar niemand bleek te begrijpen wat hij zei. Toen gaf hij een teken dat hij water wilde. Toen dat gebracht werd, sprenkelde hij met zijn rechterhand enkele druppels op zijn verlamde linkerhand en -been. Vervolgens streek hij met zijn rechterhand over zijn linkerhand en onmiddellijk daarna streek hij met beide handen over zijn linkerbeen. Met deze handelingen gaf hij aan dat hij zichzelf had genezen! Hij stond op, liep naar voren, glimlachte en sprak: 'Premasvarupulara!' (belichamingen van liefde). Na enkele seconden van doodse stilte barstten de aanwezigen uit in gejuich: 'Jai Sai Ram! Jai Sai Ram!' (glorie zij u, Sai Baba). Er werd gehuild, gedanst en gelachen. Degenen die eerder naar buiten waren gelopen, stormden de hal weer binnen en voegden hun stem bij die van de anderen. Toen het eindelijk stil was geworden, hield Baba zijn Gurupurnima-toespraak:

' "Dikku lenivariki devude gati" - "Voor hen die geen onderdak hebben, is God de schuilplaats." Dat is precies de reden waarom ik de ziekte op mij moest nemen die die ene hulpeloze devotee moest krijgen. Hij moest die afschrikwekkende ziekte ondergaan en ook de vier hartaanvallen waarmee die gepaard ging, en hij zou die niet overleefd hebben. Daarom moest ik hem redden, overeenkomstig mijn dharma (juist gedrag) van bescherming van devotees.
Natuurlijk is dit niet de eerste keer dat ik een ziekte heb overgenomen van iemand die ik wilde redden. Zelfs in de vorige belichaming in Shirdi had ik die verantwoordelijkheid. Het lijden dat jullie zagen, was in dit geval teveel voor de devotee en daarom moest ik hem redden door de ziekte zelf door te maken. Dit is mijn lila: mijn aard. Het is een deel van de taak waarvoor ik gekomen ben: bescherming van leerlingen.
Mensen die de afgelopen week in mijn nabijheid verkeerden, vroegen mij om de naam te noemen van degene die ik gered heb. Ik heb hun gezegd dat zij dan kwaad zouden worden op die persoon, aangezien Swami, zouden zij zeggen, "zoveel pijn moest lijden om die ene persoon te redden". Toen antwoordden zij dat zij respect voor hem zouden hebben wegens de uitzonderlijke bhakti
(toewijding) die Swami er op zaterdagmorgen toe bracht hem te hulp te snellen. Sommige mensen vroegen mij zelfs of het deze of gene was, waarbij zij namen noemden van mensen die aanvallen van verlamming hadden gehad, vooral aan de linkerkant! Dat is nog lachwekkender, want als ik iemand red, dan doe ik dat volledig. Ik wacht niet totdat hij de ziekte krijgt en ik laat hem niet met een deel van de ziekte zitten zodat hij later geïdentificeerd kan worden. Al dat raden en gissen van jullie vind ik zo komisch.
Ook in Shirdi werden op deze manier mensen gered, namelijk Dada Saheb, Nandaram en Balawanth. Balawanth's lot was het de pest te krijgen, maar de lymfknoopzwelling werd overgenomen en de jongen werd gered.
Dit is misschien de langste periode waarin ik de devotees in onzekerheid en zorg heb gelaten. Dat was vanwege de hartaanvallen die de devotee later moest krijgen en waarvoor hij ook behoed moest worden. En dan is er nog een andere reden waarom de periode van acht dagen in acht moest worden genomen. Ik zal jullie vertellen waarom. Dat betekent dat ik jullie iets over mijzelf moet vertellen, iets wat ik tot nu toe niet onthuld heb, wat ik de afgelopen 37 jaar voor mijzelf gehouden heb. De tijd is nu gekomen om het mee te delen. Dit is een heilige dag en ik zal het jullie nu vertellen.
Jullie weten dat ik op dezelfde dag waarop ik besloot mijn identiteit, mijn missie en mijn komst te onthullen, heb verklaard dat ik behoorde tot de Apastamba sutra en de Bharadvaja gotra.
(Ter verduidelijking het volgende. Sai Baba is geboren in een hindoe-familie, maar dat is de enige band die hij heeft met een bepaalde godsdienst. Bij de hindoes heeft iedere familie een eigen patroonheilige. Baba's familie, de Ratnakarams, heeft de wijze Bharadvaja als patroonheilige. Zij leven volgens de sutra's (leringen) van een van diens leerlingen, Apastamba. Op grond hiervan behoort Baba tot de Bharadvaja gotra en de Apastamba sutra. Gotra is de benaming voor een religieuze groep verwanten. )
Deze Bharadvaja was een grote wijze, die gedurende een volle honderd jaar de veda's (bepaalde religieuze geschriften) (
10) bestudeerde. Maar omdat hij merkte dat de veda's eindeloos waren, deed hij tapas (strenge discipline) om zijn leven te verlengen. Hij kreeg van Indra (de koning der goden) twee verlengingen van elk honderd jaar. Zelfs toen kon hij de veda's niet volledig bestudeerd krijgen, dus vroeg hij Indra opnieuw om nog eens honderd jaar. Indra liet hem toen drie reusachtige bergketens zien en zei: "Wat je in drie eeuwen hebt geleerd, vormt slechts driemaal een handvol uit de drie ketens die de veda's zijn. Geef dus je poging om de veda's volledig te doorgronden op. Breng in plaats daarvan een yaga (ritueel offer) die ik je zal leren. Dat zal je het volledige resultaat geven van vedische studie."
Bharadvaja besloot de yaga uit te voeren. Indra leerde hem hoe dat te doen en alle voorbereidingen werden getroffen. De wijze wilde dat de yaga onder leiding van Shakti
(een naam voor Parvati, de metgezellin van Shiva) zou plaatsvinden en door haar zou worden gezegend. Dus ging hij naar de berg Kailasa. Hij kwam daar echter niet op een gunstig moment aan om zijn verzoek te doen. Shiva en Shakti waren bezig met een danswedstrijd om uit te maken wie het langste kon dansen. Zo gingen er acht dagen voorbij voordat Shakti Bharadvaja, die in de kou stond te wachten, opmerkte. Ze glimlachte alleen maar even naar hem en danste gewoon verder! De wijze vatte de glimlach ten onrechte op als een cynische weigering om hem op te merken.
Daarom keerde hij Kailasa de rug toe en begon af te dalen. Tot zijn ontzetting merkte hij dat zijn linkerbeen, linkerhand en linkeroog ten gevolge van een beroerte dienst weigerden. Shiva zag hem vallen. Hij kwam naar hem toe en troostte hem. Bharadvaja kreeg te horen dat Shakti hem en zijn yaga wel degelijk gezegend had. Toen bracht Shiva weer beweging in zijn lichaam en genas hem terwijl hij water uit de kamandalu
(watervat) over hem heen sprenkelde. Zowel Shiva ais Shakti verleenden de rishi (wijze) een gunst: zij zeiden dat zij beiden de yaga zouden bijwonen.
Toen de yaga voorbij was, waren zij daarmee zo ingenomen dat zij de wijze nog meer gunsten verleenden. Shiva zei dat zij een menselijk lichaam zouden aannemen en driemaal zouden worden geboren in de Bharadvaja gotra: Shiva alleen als Shirdi Sai Baba, Shiva en Shakti samen in Puttaparthi als Sathya Sai Baba, en Shakti alleen als Prema Sai, daarna. Toen herinnerde Shiva zich de ziekte waardoor Bharadvaja op de Kailasa was overvallen op de achtste dag van zijn wachten in de kou op het ijs. Hij deed nog een belofte. "Als boetedoening voor het feit dat Shakti je op de Kailasa acht dagen heeft veronachtzaamd, zal deze Shakti gedurende acht dagen de verlamming ondergaan wanneer wij beiden als Sathya Sai geboren worden en op de achtste dag zal ik haar van alle tekenen van de ziekte verlossen door water te sprenkelen, net zoals ik op de Kailasa gedaan heb om jouw ziekte te genezen."
Van het nakomen van deze belofte zijn jullie vandaag, zojuist, getuige geweest. Dit moest gebeuren, deze beroerte en de genezing. De belofte die was gedaan in de Tretayuga
(Tretatijdperk) moest worden ingelost. Ik kan jullie nu wel vertellen dat het goed uitkwam dat die arme, ongelukkige devotee de beroerte moest krijgen die ik overgenomen heb. Daar is gebruik van gemaakt. Kijk, een locomotief wordt niet ter beschikking gesteld om slechts één wagon te trekken. Er wordt gewacht tot er een aantal wagons samen moet worden meegenomen. Dan pas komt de locomotief in actie. Zo moesten ook de ziekte worden doorgemaakt, de devotee gered, de belofte ingelost, het mysterie opgehelderd en de godheid duidelijker bekendgemaakt door de manifestatie van dit grote wonder. Al deze dingen moesten door deze ene gebeurtenis tot stand worden gebracht.
Laat mij jullie nog iets vertellen: niets kan het werk van deze Avatar verhinderen of stoppen. Toen ik al deze dagen boven was, waren sommigen zo dwaas om rond te vertellen dat het "allemaal afgelopen was met Sai Baba". Zij stuurden veel mensen die naar Puttaparthi gekomen waren, terug. Sommigen zeiden dat ik in samadhi
(in God verzonken) was, alsof ik een sadhaka (zoeker op het geestelijk pad) ben! Anderen waren bang dat ik het slachtoffer was van zwarte magie, alsof er iets is dat vat op mij kan hebben! De luister van deze Avatar zal dag na dag toenemen.Vroeger, toen de Govardhana-berg door de kleine jongen werd opgetild, beseften de gopi's (herderinnen) en gopala's (herders) dat Krishna de Heer was. Nu zullen jullie zien dat er niet één Govardhana-berg, maar een hele bergketen wordt opgetild! Heb geduld en vertrouwen. Morgenochtend zal ik ieder van jullie de namaskar-zegening geven die jullie vandaag hebben moeten missen.'

Hier eindigde zijn toespraak. Na het zingen van enige bhajans en het aanvaarden van de arati liep Baba rustig de wenteltrap op naar zijn kamer. Daar besprak hij met de verantwoordelijke personen de kwestie van voedsel en slaapplaatsen voor de duizenden devotees.
Baba heeft gezegd dat het de twijfelaars en de onwetenden waren die alle praatjes die tijdens zijn ziekte de ronde deden, geloofden. Voor de echte devotees waren deze acht dagen, dagen van intensieve tapas (strenge discipline). Zij hadden al die tijd geen andere gedachten dan die aan Swami. Dát is oprechte devotie. Alle twijfelaars zouden daar een voorbeeld aan kunnen nemen. De ziekte kwam en ging, maar Baba was er de hele tijd meester over. Hij speelde een rol in een acht dagen durend toneelstuk om een twijfelende wereld de goddelijkheid te tonen die inherent is aan zijn menselijke vorm. Natuurlijk had hij zichzelf direct kunnen genezen, maar dat was niet de bedoeling. Aangezien hij de ziekte op zich had genomen, moest hij haar haar dharma laten volbrengen.
Sai Baba is dus Shiva-Shakti. Shiva is de mannelijke of positieve pool, die bewustzijn vertegenwoordigt en Shakti is de vrouwelijke of negatieve pool, die energie of kracht symboliseert. Tijdens het wonder van Gurupurnima speelde zijn rechterhelft de rol van Shiva en zijn linkerhelft de rol van Shakti. Zijn rechterhelft genas zijn linkerhelft.
In het hindoeïsme noemt men Baba wel Ardhanarishvara, de Heer die half mannelijk en half vrouwelijk is. Dit heeft er waarschijnlijk toe bijgedragen dat onwetenden en kwaadwilligen het verhaal hebben verspreid dat hij een hermafrodiet zou zijn. Wanneer dat het geval zou zijn, zouden alle inwoners van Puttaparthi dat hebben geweten, want in de warmere streken van India lopen de kinderen tot een jaar of vier-vijf doorgaans naakt. Dergelijke personen hebben ook beweerd dat hij seksuele handelingen met mannen en kinderen zou verrichten. De waarheid is echter dat hij geen verlangens heeft. Sai Baba kent geen enkele vereenzelviging met het lichaam. Hij is volkomen vrij van gedachten die aan zintuigen zijn gebonden. De gehele schepping ligt in de palm van zijn hand. Wat kan hij dan nog wensen? Hij is naar de aarde gekomen om de mensheid te helpen op de weg naar God. Zijn leven is een daad van liefde.
In de hedendaagse samenleving is alles gericht op het bevredigen van de zintuigen en daarbij staan het bevredigen van de seksuele verlangens en de verlangens van de tong voorop. Op alle denkbare manieren worden de mensen erop gewezen dat het vervullen van verlangens het voornaamste zou zijn in het leven. Maar Baba zegt dat juist het loslaten van alle verlangens het belangrijkste is in het leven! Gehechtheid kan uiteindelijk slechts verdriet veroorzaken, want alles in de schepping is tijdelijk en dus zal ieder mens eens worden gedwongen om alles los te laten. En daarom is het het verstandigste om alles vrijwillig los te laten vóór men ertoe gedwongen wordt!
Avatars in het verleden, zoals Rama en Krishna, hadden een echtgenote, maar Sai Baba is ongehuwd. In een toespraak heeft hij eens uitgelegd waarom dit het geval is. 'In die tijd leefde men binnen het huwelijk in overeenstemming met de discipline en de beperkingen zoals voorgeschreven in de heilige geschriften en zodoende was het huwelijk geheiligd. Het verschijnen van de Heer met een gemalin werd daarom niet in verband gebracht met onzuiverheid. Maar in deze Kali-tijd van ongebreidelde zinnelijke behoeften kunnen de Avatars, die komen als predikers van wijsheid, niet met een metgezellin verschijnen. '

Op 4 november 1963, vier maanden na deze indrukwekkende gebeurtenis tijdens Gurupurnima, stierf Baba's vader. Kort vóór zijn dood was hij naar Baba toegegaan en had tegen hem gezegd: 'Swami, ik zou geen enkele schuld moeten achterlaten. Ik had een winkeltje. Ik zou vergeten kunnen zijn om de een of ander enkele paisa's terug te geven. Daarom vraag ik je om voedsel uit te delen aan de armen op de twaalfde dag na mijn overlijden.' Hij haalde wat geld tevoorschijn en gaf dat aan Baba met de woorden: 'Het is mijn zuurverdiende geld. Je kunt het gebruiken om de armen te voeden.' Hij zei ook nog dat hij een paar zakken met rijst en suiker had bewaard voor dat doel. Hierop keerde hij huiswaarts, ging naar bed en stierf vredig - 79 jaar oud.
Easwaramma droeg het overlijden van haar echtgenoot moedig. Toen de begrafenisstoet de ashram passeerde, legde Baba een bloemenkrans op het lichaam als blijk van dankbaarheid voor alles wat Venkapa voor hem in dit leven had gedaan. Ieder mens is veel verschuldigd aan zijn ouders. Baba zegt dat je hen daarom tijdens hun leven in ere moet houden en hun het eerbetoon moet geven van tenminste een traan op de gedenkdag van hun heengaan. Niet dat deze offerande hen bereikt, of dat zij daarop in een andere wereld wachten, maar het is een eerbetoon dat je dient te brengen als dank voor de gelegenheid die zij jou geboden hebben voor dit verblijf in deze wereld met al zijn mogelijkheden om zelfverwerkelijking te bereiken.


 

  |  

 
 
 


 
 


VAHINI'S
INHOUD
BABABOOKS